Achter elke opgave in de marathon zit een verhaal. Of niet
In dit artikel:
Op de openingsavond van de Marathon Cup op de Jaap Edenbaan in Amsterdam strandde de vrouwenwedstrijd in een reeks voortijdige opgaves, zoals bij marathons op die baan bepaald geen uitzondering is. Wat de wedstrijd kenmerkte was dominante teamschaats, naar het voorbeeld van coach Jillert Anema: hoge druk van kort na de start tot aan de finish om de concurrentie stuk te rijden. Dat tempo maakte dat veel deelneemsters het niet volhielden naarmate de wedstrijd vorderde.
Britt van Wees, debuterend voor het team Kozijnenbestellen.com, moest al heel vroeg opgeven na een valpartij binnen de eerste twee kilometer; zij liep bij die val een hersenschudding op en ligt voorlopig vooral veel te rusten, waardoor deelname zaterdag op de Vechtsebanen in Utrecht niet haalbaar lijkt. Floortje Mackaij, 30 en recent teruggekeerd van een succesvolle wielercarrière, reed 28 van de 80 ronden mee en omschrijft haar optreden als leerproces: ze had weinig ijsuren vooraf maar is gemotiveerd om bij te trekken zodat ze in latere wedstrijden serieuzer kan meedoen.
Debutante in de Topdivisie Emma Noz (21, OCRE) ervaart de overgang van langebaan naar marathonschaatsen als groot: het pelotonswerk, het gedrang en de nauwe bochten vergen andere techniek en positionering. Noz, student werktuigbouwkunde in Delft, voltooide 24 ronden voordat ze kon uitstappen; ze ziet haar deelname vooral als oefening en is vastberaden haar plek in het peloton te vinden.
Kort samengevat: de openingswedstrijd liet zien hoe teamtactiek en hoge intensiteit vroeg veel schaatssters doen afhaken, terwijl individuele terugkeerders en overstappers nog tijd nodig hebben om zich aan het veeleisende marathonniveau te wennen. Morgen volgt de terugblik op de mannenrace.