De Canadese springplank van Gabe* Odor

vrijdag, 15 augustus 2025 (10:55) - Schaatsen.nl

In dit artikel:

Gabriel Odor, een 25‑jarige schaatser uit Tirol, koos een onconventionele route naar betere resultaten op de mass start: hij verhuisde naar Canada en rijdt inmiddels zijn derde seizoen bij de Canadese langebaanselectie. Na een tiende plek op de mass start in Peking realiseerde hij dat losse trainingsschema’s en incidentele trainingen niet genoeg waren om zich in 2026 op het podium te laten zien. Wat hij nodig had, was een volledig seizoensprogramma binnen een ploegomgeving — iets wat hij in eigen land of bij de grote Europese teams niet zag zitten vanwege concurrentie, cultuur en taalbarrières.

Via een berichtje naar vriend en Canadese schaatser Connor Howe kwam Odor in contact met toenmalig bondscoach Bart Schouten; kort daarna vertrok hij met twee koffers en zijn racefiets naar Noord‑Amerika. In Canada werd hij welkom geheten, onder meer door de Nederlandse coach Remmelt Eldering, die hem dagelijks begeleidt. Odor ervaart de teamcultuur als warm en directief: Eldering geeft duidelijke opdrachten die Odor zonder twijfel uitvoert omdat hij erop vertrouwt dat het in zijn belang is. Ook een Canadische relatie maakte de overstap praktischer.

Sportief bouwde Odor zijn fundament in inline en ijshockey, later begeleid door trainingsschema’s van Wouter Olde Heuvel in Noorwegen. Op internationaal niveau maakte hij naam als junior: wereldkampioen mass start in 2019 (Baselga di Pinè) en zilver in 2020 (Tomaszow Mazowiecki). Bij de senioren leverde dat al resultaten op, zoals een World Cup‑zilver in Stavanger (2022) en EKuithaal in Thialf (2024). In Canada traint hij met eigenschappen en rijders die de mass start beheersen — denk aan Ivanie Blondin — en werkt het team met gerichte interval‑ en marathonsessies (o.a. 60 ronden met tussensprints) om wedstrijdsituaties te repliceren.

Odor legt uit dat hij nu veel meer aandacht besteedt aan zaken die eerder te wensen overlieten: voeding, ziektepreventie en het hele professionele plaatje rondom trainen en herstellen. Zijn doel is helder: in februari 2026 medaille winnen op de mass start in de Olympische schaatsarena in Milaan. Hij weet dat hij jong is voor een topschaatser, maar voelt zich nog lang niet uitgekookt; stoppen is geen optie zolang hij meent alles te doen om zijn ambities waar te maken. Financieel krijgt hij ondersteuning als sportsoldaat bij het Oostenrijkse leger, waardoor hij zich kan richten op schaatsen.

De keuze voor Canada lag ook praktisch: Nederland leek verstikkend competitief, Duitsland en Italië waren cultuur- en integratiebarrières en Azië bracht taalproblemen met zich mee. In Canada daarentegen vond hij een plek waar hij “one of the guys” kon zijn, trainingspartners van topniveau en een coach die zijn ontwikkeling structureel bijstuurt.

Tegelijkertijd ambieert Odor een plaats in de Oostenrijkse erelijst naast groten als Michael Hadschieff, Emese Hunyady en de sprintster Vanessa Herzog — namen die illustreren dat Oostenrijk weliswaar geen schaatsmastodont is, maar zeker geschiedenis heeft geschreven. Odor mikt erop die traditie voort te zetten, gewapend met een internationale leergang, meer professionaliteit en de hoop dat de Canadese aanpak hem in 2026 naar het podium brengt.