'Het gaat om het OKT en de Spelen, de rest is vulling'

In dit artikel:

Arjan Samplonius, trainer-coach van Team Albert Heijn Zaanlander, weet niet wat hij komend weekend in Thialf van zijn ploeg kan verwachten na teleurstellende World Cups in Salt Lake City en Calgary. Belangrijke namen uit zijn team zijn onder anderen Marijke Groenewoud, Jorrit Bergsma, Bente Kerkhoff en Elisa Dul; hun vorm is onduidelijk omdat veel rijders direct na de Noord-Amerikaanse wedstrijden doorvlogen naar een fietstrainingskamp in Spanje onder begeleiding van Jillert Anema. De meeste schaatsers kwamen woensdag pas terug in Nederland, staan donderdag weer op het ijs en rijden vrijdag in Heerenveen — volgens Samplonius een suboptimale voorbereiding.

Samplonius wees op meerdere oorzaken voor de tegenvallende resultaten: enerzijds was de deelname aan de overzeese World Cups niet primair gericht op directe topprestaties maar op het veiligstellen van Olympische startplaatsen, een opdracht van de KNSB. Anderzijds waren er fouten in wedstrijdvoorbereiding, bijvoorbeeld in de vrouwen team pursuit waarbij volgens hem bondscoach en ploeg niet op alternatieve scenario’s hadden geoefend. Hij zei scherp te hebben aangesproken dat sommige rijders kansen niet grepen en benadrukte dat rijders op wedstrijddag zelf verantwoordelijk zijn voor presteren, terwijl hij als coach wel verantwoordelijk is voor het programma.

Hoewel hij niet realistisch verwacht dat het team in Thialf veel overwinningen pakt — hij voorziet niemand in topvorm — gelooft Samplonius dat de ploeg tijdig fitter kan zijn voor het belangrijkste doel: het olympisch kwalificatietoernooi (OKT) van 26–30 december. Dat toernooi is beslissend voor plaatsing richting Milaan 2026; voor hem staat alles in het teken van OKT en Spelen, en zijn de World Cups vooral middel om startplaatsen te verdienen. Tot slot relativeerde hij de mediadruk rond de sport: er is veel aandacht voor schaatsen, wat verwachtingen en kritiek vergroot, terwijl het in essentie toch ook ‘maar een spelletje’ is.