'Komeet' Anna Boersma kijkt al uit naar het Olympisch Kwalificatietoernooi
In dit artikel:
Anna Boersma (24) heeft zich de afgelopen weken nadrukkelijk in de internationale sprinttop gemeld. De explosieve sprinter van Team Staan – CTS Group maakte haar World Cup-debuut en noteerde vier top-tienklasseringen (7e, 5e, 9e en 4e). In Calgary kwam ze bij de slotrace tot op dertienhonderdsten van het podium. “Mijn seizoen kan niet meer stuk”, zei ze na die reeks — bijzonder omdat ze een jaar geleden nog niet kon schaatsen door een gescheurde kruisband.
Het tempo in haar leven is hoog: net terug uit Calgary, vertrok ze direct naar Spanje om te herstellen van de jetlag en trainingskilometers te maken. Reizen bracht ook praktische problemen met zich mee — haar fiets bleef in Canada en de was werd door haar moeder geregeld — maar Boersma pakt dat georganiseerd aan. Op het ijs overtrof ze aanvankelijke verwachtingen: waar coach Ian Steen vooraf terughoudend was omdat ze net uit een trainingsblok kwam en piekte op het NK, verbeterde zij haar persoonlijke records twee keer en reed haar snelste seizoentijden. Eerder dit winterseizoen daalde ze al bijna een seconde van 38,02 naar 37,11; in Thialf stond ze eerder op 37,44.
Haar rentree na de blessure is volgens Steen indrukwekkend en emotioneel: na het kruisbandletsel was het onzeker of ze ooit weer op niveau zou komen. Boersma zegt dat de tegenslag haar scherper heeft gemaakt: ze let nu meer op techniek en voelt haar lichaam beter aan, wat volgens haar heeft bijgedragen aan de recente stappen vooruit. Op de Olympic Ovals van Salt Lake City en Calgary liet ze zien dat ze ook op internationaal ijs haar eigen koers kan varen.
In Calgary nam oud-sprinter Hein Otterspeer het coachstokje van Steen over; volgens Boersma vullen de twee elkaar goed aan — de een meer technisch en meeschattend, de ander observerend en rustgevend. Die begeleiding, gecombineerd met haar progressie, trekt ook de aandacht van concurrenten: internationale rijders feliciteerden haar al tijdens trainingssessies.
De concurrentie op de 500 meter is uitzonderlijk hoog — recent stonden de Nederlandse vrouwen zelfs met de bovenste vijf plaatsen — maar dat stimuleert Boersma. Ze heeft haar vizier gericht op het Olympisch Kwalificatietoernooi in Milaan eind december, waar maximaal drie Nederlandse vrouwen per afstand mogen starten. Haar coach ziet nog ruimte voor groei: als ze haar openingsfase laag en sneller kan rijden (laag in de 10,2), kan ze volgens Steen wellicht zelfs richting een 36-seconden tijd schuiven.
Voorlopig volgen nog twee World Cups, te beginnen volgende week in Thialf — voor Boersma zowel leerlijke wedstrijden als momenten om van te genieten, zeker in het oranje voor eigen publiek.