Leerdam, N'tab en Voskamp openen olympische winter
In dit artikel:
Meerdere schaatsers begonnen zaterdag hun olympische seizoen met een eerste wedstrijd, waarin vooral vorm- en techniektesten centraal stonden. Op de 500 meter was Jutta Leerdam de snelste vrouw: ze noteerde 38,06, iets sneller dan haar seizoensstart vorig jaar (38,17). Ze klopte een Westlands onderonsje met Dione Voskamp (38,21); Naomi Verkerk zat er met 38,12 kort tussenin. Voskamp gaf aan dat ze zich vooral op technische puntjes richtte en de wedstrijsspanning weer moet leren hanteren, in plaats van op tijden te focussen.
Bij de mannen trok Dai Dai N’Tab de snelste tijd: 35,17. Hij noemde het een prima begin, al verliep de eerste honderd meter wat rommelig en moet hij wennen aan het ijs na de terugkeer van Team IKO‑X2O uit Spanje. N’Tab benadrukte ook dat de concurrentie — onder anderen Jenning de Boo en Janno Botman — hem scherp houdt. Jong talent Mats van den Bos had een mindere dag en bleef op 35,78 (na vorig seizoen een persoonlijk record van 34,58).
Verder viel op dat Kai Verbij zich afmeldde voor de 1.000 meter en daarmee een kans op een NK-limiet liet liggen. Christian Haasjes reed de vijf kilometer met een aerodynamische helm en verbeterde zijn pr met negen seconden naar 6.35,94. Het marathonduel op de vijf kilometer werd gewonnen door Harm Visser in 6.28,62, net voor zijn voormalige ploeggenoot Mats Stoltenborg (6.28,84). Al met al fungeerden de races als praktische proefmomenten om technische aanscherpingen en wedstrijdrust te testen richting het belangrijke olympische seizoen.