Pien Smit en Tim Prins hebben de eerste prijs binnen
In dit artikel:
Twee weken voor het Daikin NK Afstanden testte de Nederlandse schaatstop zich in verschillende wedstrijden. In Deventer pakte Tim Prins voor de tweede achtereenvolgende keer de IJsselcup; bij de vrouwen schreef Pien Smit (21, Development Team Fryslân) zich op verrassende wijze op het erebord. De IJsselcup-bestaan uit twee afstanden (500 en 1500 m): Smit won de 500 m in 38,97 en werd derde op de 1500 m (2.03,14).
Smit zette de laatste jaren stappen terug naar vorm na aanhoudende fysieke problemen: chronische rugklachten, verwijdering van keelamandelen en later een neusoperatie. Ze werkt nu met een fysiotherapeut en een mental coach en wil zich vooral richten op de snelle afstanden (500/1000 m) bij het NK, omdat ze de 1500 m niet wil overbelasten. Eerder dit seizoen stond ze al dichtbij een wereldbekerstart (zevende op de 1000 m bij het WCKT 2024).
In Thialf lieten andere toppers zien dat de vorm toeneemt. Femke Kok klokte 37,26 en staat daarmee voorlopig bovenaan de wereldranglijst van seizoentijden, hoewel ze in haar carrière vaker sneller reed. Joep Wennemars reed in Heerenveen de beste 1000 m-tijd van dit winterseizoen: 1.07,88, ruim sneller dan Kjeld Nuis die 1.08,62 noteerde. Sprinter Sebas Diniz kwam op zijn derde 500 m van het seizoen dicht bij zijn persoonlijke record met 34,53. Op de 1500 m toonde Antoinette Rijpma-de Jong zich duidelijk sterker dan Joy Beune: 1.53,76 tegenover 1.55,84.
Samengevat: met winst en scherpe tijden op verschillende pistes bevestigden meerdere Nederlanders twee weken voor het NK dat ze in goede vorm zijn, terwijl Pien Smit haar terugkeer na fysieke tegenslagen overtuigend lijkt te consolideren.